In de bomen krijst een Halsbandparkiet naar ons: die beesten zie je op steeds meer plaatsen opduiken.
Door naar de Wassenaarseslag voor de volgende Taiga, de Boomkruiper. Robert en ik wandelen wat rond in de duinbossen en treffen een groepje kleine vogeltjes, meestal hoog in de toppen. Zwarte Mees, Kuifmees, Koolmees en een Glanskop trekken aan ons voorbij. Veel Grote Bonte Spechten, en -gelukkig- wat Boomkruipers.
Duidelijk!?
In het bos klinkt het treurige gezang van een Boomleeuwerik. Robert wijst me er op. Het past erg bij het wat mistroostige weer, al valt het hier aan de kust nog mee. We zien de klager niet.
Op de terugweg naar de auto vinden we nog een Goudhaan-mannetje. Ik leer van Robert dat ook deze oranje op de kop kunnen hebben (ik dacht dat alleen Vuurgoudhanen dat hebben). Het ontbreken van de oogstreep maakt het echter sowieso duidelijk.
Op een plas zwemt nog een familie Brilduikers en in de bomen piept opnieuw een stel Grote Bonte Spechten.
Door de mist stuur ik weer naar huis, onderweg nog even op zoek naar een Roodhalsgans. Tevergeefs. Ik zet de plaatjes op Waarneming in afwachting van goedkeuring van de Taigaboomkruiper. Die komt snel: een nieuwe soort op een druildag. Mooi!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten