Op aanwijzen van een paar aardige "collega's" stappen we een poosje door een maisakker om een grote groep Kievitten en Goudplevieren aan te treffen waarin inderdaad de zeldzaamheid zit. Helaas op grote afstand, en met de heerlijke warmte van eindelijk een zomerdag, dus de foto's zijn matig. Maar wat een mooi beestje!
Blij met deze vlotte twitch sta ik, terwijl de jongens nog een detailstudie maken van de Steppekievit, wat om me heen te kijken. In de verte spot ik twee Buizerds die een Ooievaar lastigvallen. Een Zwarte Ooievaar! Zo ben je een heel weekeinde op zoek naar zo'n beest, zo vliegt er een exemplaar gewoon je beeld in. Wel weer ver, maar toch heel duidelijk.
We besluiten we nog even naar de Knardijk te rijden om bij de kijkhut De Grauwe Gans een Buidelmees mee te pakken. Dat moet op geluid en alhoewel we vermoeden mogelijk zo'n mees te horen, kunnen we de waarneming niet afmaken. Jammer. Meevaller is wel dat Frank een Landkaartje vindt, een nieuw vlindertje voor mij.
Verder treffen we een nest Hoornaars, maar deze zijn zo wild dat ik niet heel dichtbij ga. Tenslotte is een steek tenminste heel pijnlijk en mogelijk levensgevaarlijk. We gaan richting huis langs de dijk van de polder waar we een vreemde meeuw spotten. Auto langs de kant en plaatjes maken! Na raadplegen van deskundigen blijkt het een Pontische Meeuw, niet nieuw maar wel bijzonder genoeg.
Terwijl we bezig zijn met het vastleggen van de meeuw, vindt Robert een Koninginnepage in de berm. Ook nieuw voor mij in Nederland, en heel fotogeniek.
Ik ben ondertussen te laat voor de eerste visite, die gelukkig begrip heeft voor mijn verlate aankomst. Het was gezellig, en het is gezellig gebleven.....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten