Een dip, zo heet dat. Als je op pad gaat om een nieuwe soort te scoren en het lukt niet. Gisteren dus met veel bombarie de jongens Van Der Meer van hun huiswerk gehaald om de Breedbekstrandloper, de Krombekstrandloper en de Noordse Kwikstaart te gaan zien op het Landje van Geijsel bij Ouderkerk. Daar aangekomen hoorde we dat een Sperwer net de hele bevolking had verjaagd, inclusief alles dat ons zo lief was geweest. Een DIP, dus. Tel daar bij op dat ik door het licht en het gebruik van een extender op de lens geen enkele hoogwaardige foto heb gemaakt. Gelukkig wel aardige bewijsplaatjes van soorten die ik al eerder had gezien, maar waarvan ik geen publicatiefoto had.
Na deze teleurstelling toch nog een poging bij Waverveen, in het gebied de Waverhoek. Onderweg stoppen we even voor een overvliegende Boomvalk, de eerste van dit jaar. Dat van die lens had ik nog niet door, dus ook hier geen goede foto's van alle soorten Zwaluwen, de Kleine Strandloper en Kleine Plevier, Groenpootruiter, Tureluur, Bosruiters, Kluten, Zomertaling en zo meer. Ook de Gele Kwikstaart werkt niet mee en de zoveelste Rietgors bespaar ik je. (Robert: dank voor de correcties!)
Vandaag dan maar: Tijdens het loopje met de hond spot ik de bekende Steenuil en ik haal snel mijn telescoop met bijbehorend cameraatje. Digiscopen heet dat; foto's maken door de telescoop levert een bereik van ongeveer 1000 milimeter. Wat je verder nodig hebt: een statief, weinig wind en een afstandsbediening want de kleinste trilling levert een wazige foto. Oh, en een onderwerp! En die komt niet meer tevoorschijn. Jammer, maar na gisteren neem ik de tijd om te oefenen want juist voor grotere afstanden is dat digiscopen een aardige oplossing om toch een beeldvullend plaatje te krijgen zonder eindeloos te moeten croppen. En die telescoop gaat toch altijd mee...
Ook in huis is de natuur, en een natuurlijk evenwicht. Ook wij hebben wel eens een spinnetje en meestal worden die liefdevol door Michelle, onze jongste, naar buiten gebracht. Daar zitten nadelen aan, want spinnen vangen andere insecten. Zoals nu. Mooie kans om te oefenen met de macrolens, waarbij ik het vieroogig (Naschrift: de bonte springspin heeft zes ogen. Er zitten nog ogen aan de zijkant!) monstertje van een milimeter of vijf verstoor. Onder dankzegging zijn de kleine gasten alsnog verwijderd......
1 opmerking:
Dag Paul,
Leuk verslag! Goed dat je die Boomvalk nog op de foto had gezet, op die foto was de vogel beter te herkennen dan in het veld. Twee kleine opmerkingen: het tweede gebied waar we waren (met soorten als Kleine Strandloper) heet de Waverhoek. En je schrijft Bontbekstrandlopers, dit moet zijn Bontbekplevieren.
Groet,
Robert
Een reactie posten