Voordat de buien echt losbreken rijd ik langs de Oostvaardersdijk naar het Trekvogelpad om nu eindelijk eens een behoorlijke foto te maken van een Draaihals, een kleine spechtensoort die lastig te vinden is en vaak alleen doortrekt in Nederland.
Als ik aankom staan er nog meer belangstellenden, wat ook betekent dat het wat druk is voor zo'n schuwe soort. Ik wandel eerst maar even naar de Lepelaarshut, waarachter twee broedkolonies zitten: van de Aalscholvers en van de Blauwe Reigers. Onderweg tref ik een hoop kleine zangertjes, waarvan de Zwartkop mij het meest bezighoudt: wat een lastige klant! Ik ben sowieso af en toe wat te laat, ook bij de veelvuldig aanwezige Tjiffen en Fitissen. Maar uiteindelijk komt de Zwartkop nieuwsgierig tevoorschijn.
Vanuit de hut zie ik de broedkolonies en allerlei eenden, met tientallen jongen. Leuk! In het riet de Rietgorzen en de Rietzangers, maar die komen niet zo vrij dat er een plaatje van te maken is. Een Merel werkt beter mee, en is eigenlijk ook prachtig.
Boven me gebeurt van alles. Een stel Lepelaars, een groepje Grote Zilverreigers en een paar Bruine Kiekendieven en Buizerds vliegen over. De aanwezige (grote) groep Groenlingen is er danig van in de war. Een Putter laat zich niet verstoren, en bouwt dapper verder aan het nest.
Als ik terugwandel naar de weg zit plots de Draaihals voor me op het pad, maar deze verdwijnt in de struiken nog voor ik mijn statief van mijn nek heb gehaald. Balen, weg plaat. Ik zie de schurk nog één keer voorbij vliegen maar kan het beestje niet terug vinden.
Ik rijd door naar de Grote Praambult om de Zeearend te zoeken, maar ook dat lukt niet. Natuurlijk zijn wel de Konikpaarden, de Edelherten en de Heckrunderen aanwezig. De paarden hebben het nogal met elkaar aan de stok, maar uiteindelijk keert de rust weer.
De laatste stop is de Doodaardsweg, waar nogal eens veel rovers jagen. Maar nu, vlak voordat het noodweer ook in de polder losbreekt, vind ik alleen Kneuen, Groenlingen en Holenduiven. En de eeuwige Graspiepers, natuurlijk.
Ik laat de polder weer achter me. Alles is klaar voor het planten van de gewassen, strak en uitgestrekt. Op een enkel perceel staan de bloemen al bijna klaar. Mooi hoor, Flevoland.
Dit blog geeft zo af en toe een bericht weer van mijn belevenissen. Meestal gaat het over vogels, maar af en toe over heel andere zaken. Wil je reageren, iets vragen, of wat dan ook, stuur dan gewoon een mailtje: paul.vandewerken@tiscali.nl
vrijdag 20 april 2012
zondag 15 april 2012
Park
Het is de laatste dagen wel druk geweest, dus laat ik vandaag samen met Cathy even de hond uit in ons plaatselijke park. Wel met een camera, natuurlijk.
En dan zie je een Tjiftjaf of een Fitis. En maak je wat plaatjes. Dan mislukken de foto's van een Zwartkop en zit de Groenling echt te hoog. Maar ach, we lieten ook alleen maar de hond uit.
En dan zie je een Tjiftjaf of een Fitis. En maak je wat plaatjes. Dan mislukken de foto's van een Zwartkop en zit de Groenling echt te hoog. Maar ach, we lieten ook alleen maar de hond uit.
zaterdag 14 april 2012
Technisch weer
Het is lekker weer, technisch weer heet dat. Samen met Anja en Gert Vonk en Robert van der Meer doen we een middagje Maasvlakte. Nou niet het mooiste natuurgebied van Nederland, maar door de ligging toch vaak een gebied waar vogels even uitrusten en zelfs broeden.
We beginnen met een bezoek aan het Oostvoornse Meer, tegen de Maasvlakte aan, waar een Kuifduiker in zomerkleed is gemeld. Die kom je niet vaak tegen. Het lijkt een soort Geoorde Fuut maar dan met het goud op de kop. Heel mooi, en we zijn dan ook tevreden als we het diertje op enige afstand mooi in de scoop krijgen, gevolgd door een paar Geoorde Futen en drie Zeekoeten. Een lekker begin, al zijn de foto's redelijk matig.
In de struiken achter het strand krioelt het van de zangers. We zoeken naar een Nachtegaal die zich duidelijk laat horen, net als twee Cetti's Zangers die elkaar beschreeuwen. Tel daar een Zwartkop, een Winterkoning, een Grasmus, een Heggenmus en veel Kneuen bij, en je hebt het druk met zoeken. Ik vind dan ook niet veel, maar hoor des te meer. Ik maak wat foto's, maar de geluidsopnames van Robert zeggen veel meer.
En als we dan weer op pad willen, blijkt de auto, mijn trouwe hybride met uilenvelgen, niks meer te doen. Helemaal niks.
Daar sta je dan, illegaal op het strand nadat je een paar honderd meter over een fietspad door de bush bent gegaan. Leg dan de Wegenwacht maar eens uit waar ze naartoe moeten..... Gelukkig komt er een gezin, even illegaal, met een soort SUV met startkabels onze kant op en met een paar minuten zijn we op weg naar de echte Maasvlakte.
In het gebied nestelen ondertussen honderden Kleine Mantelmeeuwen die een best achtergrondgeluid maken. Wij zoeken de Tapuit en die vinden we dan ook. In veel grotere aantallen dan we hadden verwacht. Op één dijkje zitten er al een stuk of vijftien, prachtig poserend. Mannen trots gestrekt, en de dames bevallig in de buurt.
Robert en Gert zoeken alle struikjes af in de hoop op meer, maar dat valt een beetje tegen. Ik moet het doen met de stoere verhalen "van dat hier die zat, en daar had ik zus of zo." Geen Bruine Boszanger, geen Sperwergrasmus of Velduil. Veel Tjiftjaffen, dat wel. En verliefde meeuwen.
We gaan richting huis, en als je dan het gebied onder Rotterdam bekijkt zie je vooral technische dingen. Met een eigen pracht. Zoals de verschroeiende hitte boven een gasvlammetje. Anders mooi, zeg maar.
We beginnen met een bezoek aan het Oostvoornse Meer, tegen de Maasvlakte aan, waar een Kuifduiker in zomerkleed is gemeld. Die kom je niet vaak tegen. Het lijkt een soort Geoorde Fuut maar dan met het goud op de kop. Heel mooi, en we zijn dan ook tevreden als we het diertje op enige afstand mooi in de scoop krijgen, gevolgd door een paar Geoorde Futen en drie Zeekoeten. Een lekker begin, al zijn de foto's redelijk matig.
In de struiken achter het strand krioelt het van de zangers. We zoeken naar een Nachtegaal die zich duidelijk laat horen, net als twee Cetti's Zangers die elkaar beschreeuwen. Tel daar een Zwartkop, een Winterkoning, een Grasmus, een Heggenmus en veel Kneuen bij, en je hebt het druk met zoeken. Ik vind dan ook niet veel, maar hoor des te meer. Ik maak wat foto's, maar de geluidsopnames van Robert zeggen veel meer.
En als we dan weer op pad willen, blijkt de auto, mijn trouwe hybride met uilenvelgen, niks meer te doen. Helemaal niks.
Daar sta je dan, illegaal op het strand nadat je een paar honderd meter over een fietspad door de bush bent gegaan. Leg dan de Wegenwacht maar eens uit waar ze naartoe moeten..... Gelukkig komt er een gezin, even illegaal, met een soort SUV met startkabels onze kant op en met een paar minuten zijn we op weg naar de echte Maasvlakte.
In het gebied nestelen ondertussen honderden Kleine Mantelmeeuwen die een best achtergrondgeluid maken. Wij zoeken de Tapuit en die vinden we dan ook. In veel grotere aantallen dan we hadden verwacht. Op één dijkje zitten er al een stuk of vijftien, prachtig poserend. Mannen trots gestrekt, en de dames bevallig in de buurt.
Robert en Gert zoeken alle struikjes af in de hoop op meer, maar dat valt een beetje tegen. Ik moet het doen met de stoere verhalen "van dat hier die zat, en daar had ik zus of zo." Geen Bruine Boszanger, geen Sperwergrasmus of Velduil. Veel Tjiftjaffen, dat wel. En verliefde meeuwen.
We gaan richting huis, en als je dan het gebied onder Rotterdam bekijkt zie je vooral technische dingen. Met een eigen pracht. Zoals de verschroeiende hitte boven een gasvlammetje. Anders mooi, zeg maar.
vrijdag 13 april 2012
Kijkers
Sinds kort kan ik statistieken zien van hoeveel lezers waar in de wereld hoeveel hits op mijn site veroorzaken. Dat geeft toch een voor mij onverwacht resultaat. Misschien moet ik toch maar een multi-woordenboek kopen:
|
Wouw
Wat doe je als er een echte wenssoort in Nederland landt? Je wacht een nachtje.... Een onrustig nachtje.... Want het is wel vrijdag, en de dertiende.....
Er was op de 12e na het werk eenvoudig geen gelegenheid om naar Brabant te gaan. En dan is het bij een soort als deze Spaanse Wouw heel spannend of de vogel de volgende dag nog aanwezig is. Maar, na de eertse melding van de dag, bel ik Gert Vonk en haal hem een poosje later uit een hoogwerker in Vianen. "Effe lunchen". Als een speer naar de polder bij Overlangel!
De prachtige Grijze Wouw zit een beetje te poetsen op een paaltje, en werkt de resten van de zoveelste geslagen muis weg. Opvallend mooi grijs, maskertje, en rode ogen. Geweldig beestje! Maar wel wat te ver weg voor zuivere plaatjes, wat ik ook probeer. Naast mij maakt een man met een 600 milimeter lens, een 1D camera met ook nog een converter nog slechtere foto's, dus blijkbaar heb ik een soort optimum.
Als we een stukje verderop bezig zijn een Beflijster te bekijken, vliegt de Wouw bij de eerste zonnestralen op, schroeft naar grote hoogte en verdwijnt in de verte. We waren dus net op tijd voor deze zeer bijzondere en zeldzame soort.
Na nog een paar Roodborsttapuiten, een Tjif tussen de muggen en wat andere kleine zangertjes breng ik Gert naar zijn werk terug, en ga zelf nagenietend nog een poosje aan de slag. De derde nieuwe soort in een week! Volgens vriend Jeroen Bes moet dat fout aflopen en is er de rest van het jaar niks meer te ontdekken. Tenminste, dat zei hij vorige week.......
Er was op de 12e na het werk eenvoudig geen gelegenheid om naar Brabant te gaan. En dan is het bij een soort als deze Spaanse Wouw heel spannend of de vogel de volgende dag nog aanwezig is. Maar, na de eertse melding van de dag, bel ik Gert Vonk en haal hem een poosje later uit een hoogwerker in Vianen. "Effe lunchen". Als een speer naar de polder bij Overlangel!
De prachtige Grijze Wouw zit een beetje te poetsen op een paaltje, en werkt de resten van de zoveelste geslagen muis weg. Opvallend mooi grijs, maskertje, en rode ogen. Geweldig beestje! Maar wel wat te ver weg voor zuivere plaatjes, wat ik ook probeer. Naast mij maakt een man met een 600 milimeter lens, een 1D camera met ook nog een converter nog slechtere foto's, dus blijkbaar heb ik een soort optimum.
Als we een stukje verderop bezig zijn een Beflijster te bekijken, vliegt de Wouw bij de eerste zonnestralen op, schroeft naar grote hoogte en verdwijnt in de verte. We waren dus net op tijd voor deze zeer bijzondere en zeldzame soort.
Na nog een paar Roodborsttapuiten, een Tjif tussen de muggen en wat andere kleine zangertjes breng ik Gert naar zijn werk terug, en ga zelf nagenietend nog een poosje aan de slag. De derde nieuwe soort in een week! Volgens vriend Jeroen Bes moet dat fout aflopen en is er de rest van het jaar niks meer te ontdekken. Tenminste, dat zei hij vorige week.......
Abonneren op:
Posts (Atom)